Gehoorverlies kent drie componenten: een objectieve, een subjectieve en een anatomische. Het objectieve verlies meten we o.a. met een hoortest. Het subjectieve hangt af van uw levensstijl en persoonlijke beleving. Twee mensen met hetzelfde objectieve gehoorverlies zullen nooit (!) hun gehoorprobleem op dezelfde manier ervaren. Want naast onze hersenen, zijn ook onze oren uniek. De anatomie van de gehoorgang speelt een grote rol in de manier waarop geluid het oor binnenkomt.
Naast de klassieke afstelling van hoortoestellen, d.m.v. een hoortest, bestaat er ook de REM-meting (Real Ear Measurement). Deze meting houdt rekening met de anatomie van uw gehoorgang waardoor wij uw hoortoestellen nog unieker kunnen instellen.
Maar hoe doen wij dat?
Wat is een REM-meting?
Een REM-meting of Real Ear Measurement meet exact hoe het versterkte geluid van uw hoortoestel binnenkomt aan het trommelvlies. Deze geluidstrillingen doen het trommelvlies vibreren, waarna het geluid wordt doorgegeven aan de gehoorzenuw en wordt verwerkt in de hersenen (voor meer info, lees ons artikel ‘Het oor en de verschillende soorten gehoorverlies’).
Via de REM-meting houden we rekening met de anatomie van de gehoorgang. Elke gehoorgang heeft twee kleine bochten. Afhankelijk van de grootte en de scherpte van de hoek van deze bochten, zal het binnenkomende geluid een bepaalde weg moeten afleggen. Bij een grote gehoorgang en onscherpe bochten bereikt het geluid makkelijk het trommelvlies. Maar een fijne gehoorgang met scherpe bochten bemoeilijkt de doorgang. Deze unieke anatomie bepaalt dus hoe de geluidsgolven zullen binnen komen, wat ervoor kan zorgen dat sommige frequenties ongewild worden verzwakt. Of omgekeerd: dat ze net te veel worden versterkt. Om dit tegen te gaan, voeren we een REM-meting uit.
→ Hoe werkt een REM-meting?
We plaatsen een buisje in het oor, tot net voor het trommelvlies, en meten met een microfoontje hoe het geluid op natuurlijke wijze binnen komt. Elk oor heeft een natuurlijke versterking die kan verschillen van persoon tot persoon. Na deze meting plaatsen we het hoortoestel in het oor en meet het buisje hoe het versterkte geluid aankomt. Daarna kijken we of dit overeenkomt met de doelversterking. Dit is de optimale versterking die u op basis van uw gehoorverlies nodig heeft. Tijdens de meting zal het hoortoestel zichzelf bijregelen totdat de doelversterking bereikt is.
Hoe verschilt dit met een klassieke afstelling?
Het grote verschil tussen een klassieke afstelling van hoortoestellen, d.m.v. een hoortest, en een REM-meting, is de gebruikte anatomische informatie van de gehoorgang.
Bij een klassieke afstelling kijken we vooral naar de algemene vorm van het oor, we meten niet exact hoe het geluid doorheen de gehoorgang beweegt. Na een otoscopie bepalen we welk oorstukje het best past in uw oren, rekening houdend met de graad van uw gehoorverlies.
Met een REM-meting gaan we een stapje verder. We meten exact hoe het geluid doorheen uw gehoorgang beweegt en aankomt op het trommelvlies. Personen met een atypische gehoorgang kunnen hier baat bij hebben.
→ Dus, de hamvraag: is een REM-meting beter dan een klassieke afstelling?
Objectief gezien ja, omdat we ook de anatomische informatie van de gehoorgang mee in rekening brengen. Maar subjectief gezien niet altijd.
Uit ervaring weten we dat we nooit mogen veralgemenen. Uiteindelijk moeten de geluidsgolven eerst nog verwerkt worden door de hersenen, vooraleer wij er een betekenis aan kunnen geven. En daarin is iedereen uniek. Er bestaan geen twee dezelfde hersenen, net zoals er geen twee dezelfde oren bestaan. Welke afstelling u het aangenaamst vindt, de REM of de klassieke, hangt dus af van uw persoonlijke beleving. Of met andere woorden: van de subjectieve component van gehoorverlies.
Wij durven zelfs stellen dat dit de belangrijkste component is tijdens het afstellen van hoorapparaten. Uiteraard hebben we objectieve gegevens nodig, maar uw beleving hiervan geeft altijd de doorslag. Wij doen er dan ook alles aan om die beleving zo aangenaam mogelijk te maken.